Raad van State steunt teloorgang OVP
De Raad van State heeft op 16 september uitspraak gedaan over de edelherten in de Oostvaardersplassen (OVP). Daarin werd het hoger beroep van GS van Flevoland en Staatsbosbeheer tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van november 2019, gegrond verklaard. Een onbegrijpelijk besluit. De rechtbank had zich namelijk zeer grondig in de zaak verdiept en goed onderbouwd waarom de opdracht die de provincie aan Staatsbosbeheer had verleend, in strijd was met de wet. De noodzaak tot drastisch beperken van het aantal edelherten was onvoldoende aangetoond, aldus de rechtbank. Bovendien oordeelde de rechter dat niet was onderzocht wat het effect zou zijn van het uitvoeren van alle maatregelen die in het beheerplan van 2015 voor een periode van zes jaar waren vastgelegd.
Deskundigenrapport onjuist beoordeeld
De Raad van State blijkt helemaal mee te zijn gegaan in het verhaal van GS en Staatsbosbeheer. Zo wordt in de uitspraak gesteld dat aan het zeer omvangrijke deskundigenrapport, dat Fauna4Life en Dierbaar Flevoland hebben ingebracht, door de rechtbank te veel waarde was toegekend. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de Raad van State dit deskundigenrapport nauwelijks heeft beoordeeld. Zo wordt in de uitspraak gesteld dat in dit rapport de conclusies in de door GS ingediende stukken niet zouden worden bestreden, maar niets is minder waar. In het deskundigenrapport is juist uitgebreid toegelicht, dat in deze stukken allerlei essentiële informatie ontbreekt en er verkeerde conclusies zijn getrokken.
Tevens wordt gesteld dat het deskundigenrapport slechts de visie is van de deskundige en volgt de Raad van State blindelings de stelling van Staatsbosbeheer dat nieuwe wetenschappelijke inzichten zouden ontbreken. Ook dit is niet waar. Het deskundigenrapport volgt volledig het Natura 2000-beheerplan en de daarin opgenomen doelstellingen en uitvoeringsmaatregelen voor de Oostvaardersplassen en maakt duidelijk hoezeer de plannen van de provincie daarvan afwijken.
Instandhoudingsdoelstelling Natura 2000 leidend.
In het deskundigenrapport is dus, volkomen terecht, uitgegaan van de instandhoudings-doelstellingen van dit Natura 2000-gebied. Nederland is op grond van internationale regelgeving verplicht deze te realiseren. Door GS en Staatsbosbeheer wordt bewust alleen naar het droge deel van de OVP gekeken. Zij stellen dat als gevolg van de begrazing door de niet-gereguleerde (lees: niet-bejaagde) aantallen grote grazers de vegetatie in het droge deel in de loop van de jaren is veranderd. De ruigtes met riet, struiken, bomen en de daarbij behorende vogels hebben plaatsgemaakt voor een grazige vegetatie waar met name ganzen, eenden en steltlopers in grote aantallen kunnen foerageren. Vooral de grote aantallen grauwe ganzen zijn van essentieel belang voor de instandhouding van het moerasgebied met de daarbij behorende vogels. De OVP is juist vanwege de aanwezigheid van deze vogels aangewezen als Natura 2000-gebied en niet vanwege vogels die leven in bomen en struikgewas. Daar zijn andere Natura 2000 gebieden voor aangewezen.
Plannen provincie schaden gebied
Als de aantallen grote grazers zo sterk in aantal worden beperkt als de provincie van plan is, zal de grazige vegetatie binnen korte tijd sterk gaan verruigen, waardoor het gebied zijn aantrekkingskracht op ganzen zal verliezen. Het gevolg daarvan is dat het moerasdeel binnen de kortste keren zal dichtgroeien en tot bos zal worden omgevormd, waardoor de instandhoudingsdoelstellingen niet meer worden gehaald. Hoezeer wij daar ook op gewezen hebben, de Raad van State blijkt deze consequentie volledig te negeren.. Sterker nog, de Raad van State gaat helemaal mee in het frame van de provincie, te weten dat de invloed van grote grazers op de vegetatie (die juist gewenst is ten behoeve van de moerasvogels) als ‘schade’ moet worden beschouwd.
De bescherming van het gebied is geheel buiten beschouwing gebleven.
Je mag in een beschermd Natura 2000-gebied ook maatregelen treffen die niet in het beheerplan vermeld staan. Deze maatregelen mogen echter niet de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar brengen. De Raad van State weet dit heel goed. Toch heeft men de toetsing hiervan compleet overgeslagen door te stellen dat er destijds een vergunning afgegeven is die rechtens in stand gebleven is. De waarheid is dat de vergunning door ons rechtens aangevochten is, maar de Rechtbank Midden-Nederland vond destijds behandeling van de rechtszaak hierover niet meer nodig, omdat de opdracht tot afschot reeds vernietigd was en omdat de provincie en Staatsbosbeheer aangaven niet meer van deze vergunning gebruik te zullen maken. Daardoor was er op dat moment voor ons geen procesbelang meer. De vergunning is dus wel degelijk aangevochten, maar niet beoordeeld. De Raad van State had zich er niet op deze wijze vanaf mogen maken.
Onjuiste informatie
Wellicht verkeert de Raad van State in de veronderstelling dat de taak van de grazende zoogdieren en vogels ook wel door de mens kan worden overgenomen door te maaien en te snoeien. Het uitgangspunt van dit gebied, zoals is vastgelegd in het beheerplan uit 2015, is juist dat natuurlijke processen zoveel mogelijk ongestoord hun gang kunnen gaan ofwel dat menselijke ingrepen tot het minimum moet worden beperkt. Ook dit maakt de Oostvaardersplassen zo uniek in Nederland.
De Raad van State suggereert dat met de ruigte ook vogels zoals de kleine karekiet en blauwborst uit het gebied zouden zijn verdwenen. Dat is niet juist. Deze vogels zijn in het verleden altijd in veel grotere aantallen in het moerasdeel aanwezig geweest dan in de ruigte en broeden nu nog steeds in het moerasdeel in soms zeer grote aantallen.
Blauwborst (foto: Peter van Kasteren via Pixabay)
Helemaal opmerkelijk is de overweging van de Raad van State dat door de grote aantallen edelherten de reeën uit het gebied zijn verdwenen. Reeën komen overal in Nederland voor en ze worden overal in Nederland ook op grote schaal (tienduizenden) geschoten. Het verdwijnen van deze soort uit dit gebied als gevolg van keuzes die zijn gemaakt ten gunste van moerasvogels, kan onmogelijk als ‘schade’ worden beschouwd. Bovendien zijn er edelherten voor in plaats gekomen. De te wranger is het dat deze zaak draait om het afschieten van deze dieren.
De Raad van State gaat ten slotte blindelings mee in de stelling van de provincie dat er moet worden gestreefd naar een aantal edelherten dat overeenkomt met de aantallen in het verleden op het moment dat het natuurlijk sterftecijfer tussen de 5% en 10% lag. Dat zou namelijk normaal zijn in natuurgebieden. Wij weten niet waar deze wijsheid op is gebaseerd, maar vermoedelijk heeft de provincie daarbij gekeken naar gebieden waar sprake is van afschot en waar de onnatuurlijke sterfte zeer hoog is. In onbejaagde populaties is een natuurlijk sterftecijfer van gemiddeld 25% tot 30% heel normaal. Dat is ook door ons onderbouwd met gegevens, maar ook deze informatie is door de Raad van State volkomen genegeerd.
Dieren en beschermd natuurgebied de dupe
Van deze uitspraak worden honderden edelherten de dupe. Het afschot betreft voor meer dan 95% jonge dieren en drachtige hinden. Het unieke natuurgebied de Oostvaardersplassen dreigt teloor te gaan en omgevormd te worden tot park. De natuur is niet langer eigen baas, maar de mens zwaait de scepter om economische en recreatieve belangen.
Laatste woord nog niet gesproken
Al met al gaat het om een zeer teleurstellende uitspraak. De opdracht, waar deze uitspraak betrekking op heeft, is inmiddels verlopen. Wij hebben al beroep aangetekend tegen de nieuwe ontheffing. Wij hopen dat de rechtbank zich niet door deze uitspraak zal laten afleiden en wel goed naar alle informatie zal kijken.